• Van hoorcolleges naar e-learning

Praktijkverhaal

Amely Verrijen en Anouk van der Steen van de opleiding Voeding & Diëtetiek hebben een vak waar kennisoverdracht via hoorcolleges centraal stond omgezet naar een e-learning. In dit praktijkverhaal maak je kennis met de aanleiding en hun ervaringen over de uitvoering.

Waar gaat het over?

  • Bij de opleiding Voeding & Diëtetiek werd het vak ‘Nutrition’ van oudsher gegeven met een reeks hoorcolleges met bijbehorend studiemateriaal, en werkcolleges waarin studenten de stof toepasten. We merkten alleen dat de theorie niet goed beklijft op de langere termijn, en dat het zweet voornamelijk bij de docenten op de rug stond, in plaats van bij de studenten. Daarom wilden we experimenteren met een E-learning, waarbij studenten in eigen tijd en plaats zich kunnen verdiepen in de stof. Deze E-learning bevat naast kennisclips en andere vormen van theorie, ook interactieve media en quizzen.

  • Rechtenvrij gedeeld door Austrian National Library

Meerwaarde: wat levert het jullie en jullie studenten op?

  • Afbeelding door You X Ventures rechtenvrij gedeeld via Unsplash
    1. Flexibiliteit: Vanwege alle Corona-maatregelen kwam deze E-learning precies op het juiste moment voor ons docenten, maar ook voor de studenten. Studenten kunnen deze E-learning in eigen tijd en plaats doorlopen, super flexibel dus. Voor docenten geeft het ook veel flexibiliteit: elke docent keek 1x per week op het discussiebord waar studenten vragen konden posten en checkte dan of alles ook technisch goed liep. Dat kon gewoon op een moment dat je er tijd voor had. We hadden hierbij goede ondersteuning van onze onderwijs-ICT-adviseur.
    2. Inzicht in studiegedrag studenten: Je kan dus precies zien wat het studiegedrag is van studenten in de E-learning. Zo zie je studenten die eerst de kennisclips bekijken en de opdrachten maken, maar je hebt ook veel studenten die meteen naar de eindquiz van de module gaan, en deze quiz 10 keer maken. Je ziet dat studenten in deze E-learning zich wel actief met de stof bezig moeten houden, anders komen ze er niet doorheen.
    3. Enthousiaste studenten: De flexibiliteit ervaren studenten als prettig. De studenten die meteen na het openstellen enthousiast van start gingen in de E-learning waren erg tevreden, en gaven deze manier van werken een 9,2. Dit cijfer is gezakt naar een 8,5 inclusief de studenten die de E-learning in de laatste week nog moesten afronden.

Uitdagingen: waar liep je tegenaan en hoe hebben jullie dat opgelost?

    1. Strenge volgordelijkheid: We hebben nu bijvoorbeeld een volgende module pas ‘open laten klappen’ als de quiz van de voorgaande module afgesloten is met 100% goed. Dat leverde voor een aantal studenten wel wat frustratie op (bijvoorbeeld wanneer ze de quiz een paar keer achter elkaar steeds nét niet haalden). Wellicht kan een grens van 90-95%  dit soort frustraties voorkomen.
    2. Inzicht in feedback: Een uitdaging voor ons als docenten was nog om de hoeveelheid feedback te bepalen die studenten op de vragen in de eindquiz krijgen. Enerzijds is het maken van de quiz zelf een feedbackmoment en is het duidelijk bij welk thema de quiz hoort (en dus bij welke lesstof). Anderzijds geven studenten aan gerichte feedback (waar kan ik dit antwoord vinden?) wel erg te waarderen. Dit levert een interessante discussie op; je wil studenten wel tegemoet komen maar ze ook activeren om zelf de lesstof te structureren. Wellicht is het een idee studenten die daar behoefte aan hebben ook een vorm van procesbegeleiding (hoe pak ik dit aan?) in de vorm van persoonlijke contactmomenten aan te bieden.
    3. Tot slot nog iets om over na te denken: sommige studenten vinden het gewoon fijn om ‘in het echt’ les te krijgen, en daar direct hun vragen te kunnen stellen. De stap is soms te groot om in een E-learning hun vraag te posten op een digitaal platform. Het blijft belangrijk om variatie aan te blijven bieden in verschillende werkvormen, omdat er niet één werkvorm is die bij alle studenten past.
  • Rechtenvrij gedeeld door Adeolu Eletu via unsplash.com

Zelf starten: welk advies heb je voor je collega's?

  • Rechtenvrij gedeeld door William Iven via Unsplash.com
    1. Blauwdruk maken: Wij hebben dit gedaan aan de hand van de ‘Carpe diem desing approach’, waarin je nadenkt over je leeruitkomsten, wat je wil bereiken (je droom), welke ‘look-and-feel’ je wil creëren, etc., maar ook over welke inhoud wil je aanbieden en of/hoe je dat wil toetsen. Dat geeft structuur voor het bouwen van de E-learning zelf.
    2. Ontwikkeltijd: Het kostte ons ongeveer 2x zoveel voorbereidingstijd als het oorspronkelijke programma. Vooral het maken van de vragen en kennisclips kostte ons veel tijd. Verder heb je wat tijd nodig om handig te worden in allerlei opties in BrightSpace. Het gaat hier uiteraard wel om een tijdsinvestering, omdat je hier later wanneer studenten zelfstandig aan de slag kunnen de vruchten van plukt (en omdat je alles wat eenmaal digitaal is gemaakt ook herhaaldelijk kunt gebruiken).
    3. Persoonlijke touch!: Probeer de E-learning zo persoonlijk mogelijk te maken, bijvoorbeeld door korte introductie- of instructiefilmpjes waarin de docenten e.e.a. toelichten, en het houden van je eigen (slechte?) humor in de kennisclips of videoboodschappen. Het hoeft niet perfect. En reageer klantgericht en positief op vragen van studenten, dat wordt gewaardeerd.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Creative Commons License

Gerelateerde documenten:

© Onderwijs – Onderzoek FG & FBSV 2024